De Gebruikersacceptatietest (GAT) richt zich niet alleen op de gebruikersvriendelijkheid. Hoewel de gebruikersvriendelijkheid een kwaliteitsattribuut is waarop de GAT zich richt, is de GAT meer dan dat alleen.

De groei van wat kan worden bereikt met computers en software is in de afgelopen decennia enorm en zal waarschijnlijk alleen maar blijven groeien. Wanneer de complexiteit van de relatie tussen de bedrijfsprocessen en het informatiesysteem toeneemt, dan neemt de kans op falen en de impact ook toe.

Er zijn vele facetten van risicomanagement, maar testen blijft een belangrijke discipline voor het risicomanagement. Wanneer software steeds complexer wordt, is testen steeds belangrijker en effectiever om problemen en potentiële problemen te vinden zodat deze kunnen orden opgelost voordat het systeem fout gaat.

Wanneer de ontwikkeling van software steeds geavanceerder wordt, dan moet het testen ook steeds geavanceerder worden. Hoe groter de complexiteit, hoe groter het risico is in het maken van fouten tijdens ontwerpen tot aan implementatie. Aangezien een grote afhankelijkheid
zit tussen het menselijk handelen en de systemen, zijn de mogelijkheden tot fouten, verkeerde interpretatie aanwezig. Hierdoor moet tijdens het uitvoeren van de tests naar voren komen dat het systeem betrouwbaar is om deze in bedrijfssituatie te gebruiken.

Gedurende het ontwikkelingstraject wordt met de meeste testen gecontroleerd of het opgeleverde informatiesysteem aan de specificaties en verwachtingen (o.a. functionele ontwerpen) voldoet. Echter of het informatiesysteem voldoet aan de werkbaarheid met de gebruikers wordt niet meegenomen. Om dit alsnog te bereiken, kan het alleen gedaan worden door een gebruiker.

Het is daarom ook dat de GAT een andere manier van testen is. Daarom is het ook van belang voor de gebruikers om hierin te anticiperen.

Dit alles bij elkaar kan de gebruiker het systeem veel beter accepteren, waardoor het systeem wordt geaccepteerd.